door Rick Kempen
Biersommelier bij Het Bierplein
Lokaal in de wereldHet belang van keuze
"Support your local brewery" is een gevleugelde tekst die je op bumperstickers, posters en websites tegenkomt in de Verenigde Staten van Amerika. Maar wat is lokaal precies voor een Amerikaan, gewend als hij doorgaans is aan dagelijks vier uur forenzen? En hoe zit dat precies in Europa? Hoe lokaal is Nederlands bier, en hoe ontwikkelt zich dat?
Lokaal is betrekkelijk
Het lijkt voor zich te spreken dat de precieze betekenis van ‘lokaal’ afhankelijk is van wat iemand als een acceptabele afstand beschouwt, maar niets is minder waar. Het begrip ‘lokaal’ wordt fors beïnvloed door het al of niet aanwezig zijn van keuze. Om u een idee te geven: tien jaar geleden, toen Amerika nog niet eens 1.500 brouwerijen telde, was een brouwerij in de staat waarin je woonde al gauw lokaal. Zo was Stone Brewing, gelegen vlakbij het zuidelijkste puntje van Californië, zelfs voor iemand uit San Francisco nog een ‘lokale’ brouwerij. Nu de Verenigde Staten meer dan 6.000 brouwerijen telt - en tegen het eind van dit jaar kunnen dat er zomaar 7.000 zijn - is die beleving wel degelijk veranderd. In de regio waar Stone is gevestigd vinden we nu tientallen brouwerijen, en geen San Franciscan haalt het meer in zijn hoofd Stone als lokaal te zien.
De Amerikaanse Brewers Association, de vereniging van kleine en onafhankelijke brouwers, meldt trots dat 85% van de Amerikanen in een straal van 10 mijl van een brouwerij woont. Niet alleen loopt dat percentage op, de afstand tot de meest nabije brouwerij wordt telkens kleiner. Het zorgt voor een onverwacht probleem: brouwerijen die al een tijd bestaan en hun bier verpakken in fles, blik of fust zien toenemende concurrentie van taproom breweries. Dit zijn überlokale brouwerijen, niet te verwarren met brewpubs. Een brewpub brouwt zijn eigen bier en verkoopt dat in het proeflokaal waarbij je ook wat eten kunt. Een taproom brouwerij serveert geen eten, en schenkt alleen het zelfgebrouwen bier. De toenemende concurrentie heeft al voor de sluiting van gerenommeerde brouwerijen gezorgd. Lokaal rulez!
Beter een goede buur
Een van de successen van lokale brouwers schuilt in het feit dat zij zich verantwoordelijk opstellen ten opzichte van hun directe omgeving. Sponsoring van verenigingen uit de buurt, liefdadigheid of het zelf organiseren van activiteiten: het zijn enkele voorbeelden. In Europa vormt het proeflokaal van een kleine, onafhankelijke brouwerij vaak een sociaal ontmoetingspunt.
Nederlandse voorbeelden te over: de proeflokalen van Maximus, Kompaan, Oersoep, Oedipus, Van Moll en ‘t IJ versterken het sociale weefsel in hun buurt. Aan liefdadigheid doen brouwerijen nog niet echt, maar aan maatschappelijk verantwoord ondernemen des te meer. Bier brouwen van regenwater, werk bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of het bevorderen van kleinschalige, regionale landbouw waarvan de oogst in de bieren gebruikt wordt: voorbeelden genoeg. Ook in Europa geven brouwerijen op deze meer inhoud aan de aloude gedachte dat het beter is een goede buur te hebben dan een verre vriend.
Wat je van ver haalt
Dat lokaal op dit moment top of mind is bij veel consumenten zien we - ook in Nederland - terug op een verrassende manier. Bij dat fenomeen kun je vraagtekens zetten: is de focus op lokaal uiteindelijk te ver aan het doorslaan? Ik bedoel hiermee te zeggen dat het mij opvalt dat lokaal misschien wel te lokaal blijft. De uitbater van Foeders, een prachtig bierproeflokaal in Amsterdam-Oost, wees mij erop: in Amsterdam kun je vrijwel alleen bier, gebrouwen in Amsterdam, kopen. De verrassende brouwsels van Muifel, Bronckhorster of Noordt zie je er maar mondjesmaat. En elders in Nederland is dat beeld niet veel anders: een willekeurig café biedt vooral bier aan, gebrouwen in de zo direct mogelijke omgeving.
Ergens kan ik het mij helemaal voorstellen: lokaal is leuk, goed voor het milieu en zo zijn er nog handenvol argumenten te verzinnen. Toch knaagt er iets: er wordt zoveel moois gebrouwen, vaak maar iets verder weg van huis. Het risico bestaat dat we enerzijds die mooie bieren niet kunnen genieten omdat ze bij jou in de buurt niet worden aangeboden. Anderzijds zal de hyperlokale hype die we nu kennen er mogelijk voor zorgen dat brouwers te afhankelijk worden van hun directe omgeving.
De soep zal heus niet zo heet gegeten worden, maar de vraag die Yuri Hegge mij stelde - ‘slaan we niet door in onze voorkeur voor lokaal?’ - vind ik wel relevant. Tenslotte zeggen we niet voor niets dat wat je van ver haalt, lekker is. Gelukkig hebben we met toegewijde webwinkels zoals Beerwulf altijd de mogelijkheid dat lekkers thuisbezorgd te krijgen. Hoe lokaal wil je het hebben?