Bier brouwen stap 1: Mouten
Net geoogst graan is nog niet geschikt om te brouwen, eerst moet het worden gemout. Dit wordt meestal gedaan door gespecialiseeerde mouterijen, nagenoeg nooit door bierbrouwers zelf.
Tijdens het mouten worden de graankorrels geweekt en ontkiemen de korrels. Tijdens dit ontkiemen worden enzymen gevormd die de bierbrouwer straks nodig heeft.
Het ontkiemen wordt gestopt door de korrels te drogen door middel van verhitting, dit heet eesten. Tijdens het eesten wordt tevens de kleur van de mout bepaald. Van licht gekleurde pilsmout tot diep-geroosterde, zwarte speciale mouten en alles ertussen in. Dit bepaalt de uiteindelijke kleur van het bier.
Bier brouwen stap 2: Schroten
Bier wordt veruit het vaakste gebrouwen met gerst, omdat de verhouding zetmeel-eiwit in gerst het gunstigste is voor bier. Ander graan levert weer andere eigenschappen aan bier, denk aan tarwe in witbier en weizen.
Mout ziet eruit als graankorrels en bestaat onder andere uit zetmeel, eiwitten, enzymen en kafjes (de schilletjes van de korrel). Deze vier bouwstenen zijn elk op hun eigen manier van belang voor de brouwer.
Om mout te kunnen verwerken, moet het zetmeel en de enzymen worden blootgelegd. Het wordt geschroot: de korrels worden door twee walsen gebroken en geplet tot grit. Een nauwkeurig klusje, want als je te grof schroot leg je het zetmeel en de enzymen te weinig bloot. Schroot je alles tot poeder, dan verlies je de kafjes die je straks nodig hebt met het filteren (stap 4).
Bier brouwen stap 3: Maischen
Een belangrijk verschil met bijvoorbeeld een wijnmaker, is dat een bierbrouwer suiker moet maken. Dat gebeurt tijdens het maischen, ook wel versuikeren genoemd.
Als eerste stort de brouwer de geschrote mout in de ketel om het beslag te maken. Daarna begint het scheikundige gedeelte. De temperatuur van het beslag wordt volgens een bepaald schema stapsgewijs verhoogd. Dit doet de brouwer om verschillende enzymen uit de mout te activeren. Deze enzymen gaan aan de slag met het zetmeel (lange suikerketens, waar gist helaas niks mee kan). Ze knippen deze ketens daarom tot verschillende soorten suiker: vergistbare suikers (korte suikerketens, deze zorgen uiteindelijk voor de alcohol) en onvergistbare suikers (langere suikerketens, voor zoetheid en body in het bier).
Afhankelijk van de temperatuur worden verschillende enzymen geactiveerd: het ene enzym creëert vooral vergistbare suikers, de ander onvergistbare.
Bier brouwen stap 4: Spoelen en klaren
Tijdens deze stap wordt het beslag gefilterd: de vloeistof wordt van de vaste delen gescheiden. Dit gebeurt in een filterkuip, waar het beslag in wordt gedaan. De kafjes van de granen vormen tijdens deze stap een filterbed. Als de brouwer te fijn heeft geschroot, merkt hij dat hier. De kafjes zijn niet stevig genoeg en het filterbed loopt niet goed door.
De vloeistof wordt onder het filterbed opgevangen. Daarna wordt het filterbed gespoeld met verwarmd water om alle overgebleven suikers uit het filterbed te spoelen. Uiteraard wordt dit ook opgevangen.
Na deze stap hebben we een vaste stof en een vloeistof over. De vaste stof heet bostel (draf, in België), wat vaak wordt verwerkt tot veevoer. De vloeistof hebben we nodig: de wort.