Alles over tripel bier
Wat is een tripel? Lees mee!
Voeg nog {beersToAddNum} bier toe voor gratis verzending van deze doos Voeg nog {beersToAddNum} bieren toe voor gratis verzending van deze doos
Voeg nog 1 SUB Vat toe voor gratis verzending van deze doos Voeg nog {torpsToAddNum} SUB Vaten toe voor gratis verzending van deze doos
Voeg nog één tapvat toe voor gratis verzending
In bierland heb je een aantal klassieke bierstijlen die ook vandaag de dag onverminderd populair zijn. Denk bijvoorbeeld aan een Belgische blonde, een weizen of natuurlijk de tripel. Maar wat is een tripel eigenlijk precies voor bier?
Het antwoord op de vraag ‘Wat is een tripel?’ lijkt evident. Een beetje bierkenner schudt het antwoord zo uit de mouw, denk je. Maar zo eenvoudig liggen de zaken niet.
De kleur van een tripel varieert tussen blond en amber. Het bier heeft meestal een alcoholpercentage (%ABV) van 7 tot en met 9,5%, met uitschieters tot 11%. De omschrijving van een tripel is niet wettelijk vastgelegd. Er zijn verschillende meningen wat af en toe leidt tot heftige debatten tussen bierkenners en -drinkers.
Als je het opzoekt is een tripel "een zwaar bier van hoge gisting met hergisting op fles".
De vermelding ‘tripel’ lijkt eerder te worden gebruikt om zich te onderscheiden van de ‘dubbele’ of ‘dobbele’ bieren. In België verstaat men onder ‘dubbel’ of ‘double’ een bier waarvoor twee keer zo veel grondstoffen worden gebruikt als een standaard bier, met als gevolg een dubbel intense smaak. In deze categorie vinden we meestal bruine bieren met een alcoholvolume van om en nabij de 7,5%.
Tripel bier gaat dus nog een stapje verder. Het is een bier van hoge gisting dat meestal hergist op fles maar dat nog denser en intenser is dan de dobbel. Vanzelfsprekend gaat het niet om een driedubbele densiteit, noch om drie keer zo veel mout of hop: met zo’n massa zou gewoon niet gebrouwen kunnen worden.
Traditioneel worden tripels in een kelkglas geserveerd. Door het brede oppervlak van het bier bereiken de aroma´s je neus bij elke slok. De schuimkraag beschermt deze aroma´s voldoende zodat je lekker lang van je tripel kunt genieten. Uiteraard kun je de tripel ook gewoon in een groot of universeel proefglas drinken, nadeel is wel dat de aroma´s wat meer gevangen blijven.
“Moutig, ietwat zoetig en bitter, met een stevige fruitige toets.” Ja, daar kan je behoorlijk mee variëren. Bovenstaande definitie is dus zeker niet sluitend en is enkel gebaseerd op volksoverdracht. Een moderne tripel is fruitig, droog, heeft voldoende koolzuur en een mooie bitterheid. Tripels zijn soms gevaarlijk doordrinkbaar.
Ja, maar weet dat het alcoholvolume niet enkel afhankelijk is van de gebruikte hoeveelheid gerst. Vaak wordt immers suiker toegevoegd (in glucose-vorm) wat meebrengt dat bieren met een hoger alcoholgehalte ook meer koolzuurgas bevatten. Overigens zijn er een hoop biermerken die de stijlnaam gebruiken vanuit commerciële overwegingen. Deze bieren hebben echter niet per se iets te maken met de bierstijl. Zie bijvoorbeeld de Piedboeuf Tripel; een tafelbier met 3,8% alcohol.
Tripels hebben over het algemeen nagisting op fles. Tijdens het bottelen van de fles voegt de brouwer extra suiker en gist toe. Het effect is dat de gisting in de fles opnieuw begint. De gist zet het aanwezige suiker om in extra koolzuur en alcohol. Bijkomend voordeel hiervan is dat de toch al kleine hoeveelheid zuurstof in de fles nog verder afneemt en tot een minimum wordt beperkt. De tripel blijft hierdoor langer goed en ontwikkelt zich in smaak.
Dat is een ander discussiepunt. Volgens sommigen ligt de oorsprong bij de Abdij van Westmalle. Al in 1934 brouwden de monniken hier hun eerste Tripel. Andere bronnen verwijzen naar de middeleeuwen. Een ton tafelbier voor de armen werd gebrandmerkt met één kruis. De tonnen voor de monniken en hun (betalende) gasten droegen twee kruisen. En, u raadt het al, een ton met drie kruisen was voorbehouden voor de abt en zijn eregasten.
Westmalle Tripel blijft de moeder der tripels. Westmalle Tripel wordt vaak beschouwd als hét referentiebier voor tripel als bierstijl. In 1933 werd de brouwerij van de abdij van Westmalle vernieuwd en groter. Er werd ook vervolgens een poging ondernomen om een ‘superbier’ te brouwen dat later de naam ‘tripel’ meekreeg.
Echer kwam de eerste tripel niet uit Westmalle: de Witkap Pater Tripel was immers in 1932 al op de markt gebracht door Hendrik Verlinden. In 1956 werd in de brouwerij van Westmalle het recept aangepast door broeder Thomas, sindsdien blijft de Westmalle Tripel onveranderd.
De tripel is bij uitstek een bier dat goed te combineren is met eten. Het koolzuur en de hopbitters van de tripel combineren goed met de volmondigheid en het vettige van kaas. Zachte vettige kazen zoals geitenkaas en camembert gaan uitstekend samen met de tripel. Je kunt eindeloos variëren.
Qua smaakintensiteit past de tripel ook zeer goed bij wat vettere vis zoals zalm, sliptong, makreel en zelfs paling. Voor de vleesliefhebbers zou ik kiezen voor kalkoen of eend maar ook een dikke hamburger zal prima passen bij de tripel. Ook zijn tripels uitstekend geschikt voor het stoven van vlees.
De meest gezonde snack voor bij de tripel is gesneden fruit. Probeer eens een mango, banaan, sinaasappel of perzik te eten naast je tripel. Je zult zien dat de fruitigheid mooi naar voren komt bij elke slok die je neemt.