Evolutie van alcoholvrij
Ooit was laagalcoholisch bier veruit het meest gedronken biertype in Europa, al had niemand het toen over ‘NoLow’ of zelfs maar ‘alcoholarm’. Daarvoor moeten we wel terug in de tijd, naar het eind van de middeleeuwen en het begin van de vroegmoderne tijd. Bier was de drank van alledag, deels omdat andere dranken eenvoudigweg nog niet beschikbaar waren. Frisdrank, koffie, wijn, energy drinks: vergeet het maar, die had je toen gewoon niet - al was er wel wijn, maar dat was slechts voor de rijken weggelegd. In veel gevallen was betrouwbaar drinkwater schaars; melk werd gezien als een voedingsmiddel voor kinderen.
Bier was het vanzelfsprekende alternatief: al voor de middeleeuwen was brouwen een vast onderdeel van het huishouden, vooral vrouwenwerk. Het bier dat men thuis maakte, zonder al te veel kennis van zaken, bevatte weinig alcohol: er werd zo min mogelijk graan gebruikt waardoor er maar weinig vergistbare suiker in zat. De vergisting zelf gebeurde ook volledig ongecontroleerd. Wel werd de drank gekookt, en dus was het relatief veilig om te drinken. Meer dan 1% tot 1,5% alcohol zal dat bier echter niet bevat hebben: NoLow avant la lettre dus.
Langzaamaan veranderden de thuisbrouwerijen in meer professionele bedrijven, en verdween het ‘huisgebrouwen bier’ van het toneel. Het veranderde ook veel aan de productie: maakte je eerst kleine hoeveelheden voor eigen, en vrijwel onmiddellijk gebruik, de nieuwe brouwerijen produceerden voor anderen en de consumptie kon best even op zich laten wachten. Wel werd er efficiënter met de grondstof omgesprongen: het moutbeslag (de granen waaruit de suikers komen) werd meerdere keren met heet water uitgespoeld. Bij iedere nieuwe spoeling kwam er steeds minder suiker mee, en dat leverde telkens bier op met minder alcohol. De laatste spoeling gaf zelfs zo weinig suiker, en dus alcohol, dat het resultaat ‘scharrebier’ werd genoemd: het werd voor een paar centen aan de armsten verkocht. Maar ook het bier dat de gewone burgers dagelijks dronken - wel in aanzienlijke hoeveelheden, tot vijf liter per dag - bevatte maar weinig alcohol.
Dat bier kennen we nu nog als ‘tafelbier’: je kunt het nog kopen in literflessen, en is nog vooral te vinden in België. Daar stemden de parlementariërs zelfs tien jaar geleden nog over de vraag of dit tafelbier niet weer gewoon moest worden geschonken op de lagere school, bij de overblijf. Verrassend genoeg heeft het voorstel het niet gehaald in het parlement.