door Rick Kempen
Biersommelier bij Het Bierplein
De geschiedenis van lentebierVoorjaarsbier, lentebier, meibock of toch lentebock?
Krokussen in bloei, vogeltjes die driftig nestjes bouwen en zelfs bij de oude bierliefhebber begint het te kriebelen: de lente is hier! Dat is reden voor een klein feestje, want de frisse en fruitige bieren smaken op hun best als de r uit de maand gaat. Ook roept het een interessante vraag op: hoe zit dat nu precies, lentebier?
Besef jij je wel hoe gelukkig wij nu zijn - het hele jaar door wordt er vers bier gebrouwen! Nog niet zo lang geleden was dit niet mogelijk, wilde je enigszins drinkbaar bier hebben. Voordat Louis Pasteur het gistgeheim ontsluierde (aan het eind van de negentiende eeuw, tot dat moment wist de brouwer niet hoe alcohol en koolzuur nu precies gevormd werd) brouwde men bier waarbij allerhande ongewenste gisten zich vrijelijk in het bier in wording nestelde. Dat dit tot naar smakende bieren leidde wist men dan weer wel - dat kun je gewoon proeven - maar wat het veroorzaakte, daar had men geen weet van.
Einbecker bier
Bier, gebrouwen in de warmere maanden, leidde vrijwel altijd tot grote teleurstelling: het was zuur en ondrinkbaar. En dus was het lang bij wet verboden om bier te brouwen tussen 23 april en 29 september. In die tijd hing er geen kalender aan je wc-muur, maar werd de tijdrekening bijgehouden aan de hand van kerkelijke feestdagen: de dagen waren naar heiligen of kerkelijke feesten vernoemd.
Op 29 september, de naamdag van de aartsengel Michaël, mocht er weer gebrouwen worden: niet alleen waren de temperaturen dan overwegend weer laag genoeg om de nare gisten in toom te houden. Ook was dan de zomergerst van het veld gehaald waarmee het prima brouwen was. 23 April, de dag van Sint Joris (de drakendoder en patroonheilige van Engeland), was de dag om weer een brouwpauze in te lassen. Deze datum is overigens nog steeds een belangrijke bierdag: onze Oosterburen vieren dan de ‘Dag van het Bier’ omdat op 23 april 1516 hertog Willem IV van Beieren het "Reinheitsgebot" uitvaardigde.
Wat Einbeck, vooral bekend als de geboorteplaats van 'ons' bockbier, met dit verhaal te maken heeft? Wel: juist in de zomer heb je wel eens trek in een goed glas bier, en uitgerekend in seizoen werd er niet gebrouwen. Het verhaal wil dat Einbecker brouwers als eerste op het idee kwamen om aan het eind van het brouwseizoen, in de maanden maart en april, bier te brouwen dat extra sterk was. Door die extra dosis alcohol (een natuurlijk conserveringsmiddel) bleef het bier langer houdbaar en overleefde het de zomer. Het bier was doorgaans ‘klaar’ in mei: daar ontleent het de naam Meibock aan. De Einbecker Brauerei maakt nog altijd het ‘Einbecker Mai Urbock’.